woensdag 27 april 2011

Bananen, in pyamas

Liefste blog volgertjes,

Na een waarschuwing voor expliciet materiaal kan ik de eerste foto met een gerust hart uploaden.

 Daar wil je wel een lekkere 'dikke' knuffel van of niet?



Ja dit zijn de laatste dagen in Australië voor ons, over een weekje liggen we op een wit strand met een cocktailtje. Gelukkig hebben we eerst nog een geweldige duikcursus voor de boeg. Morgen ochtend leveren we het campertje in daarna duiken we een hostel in. Zaterdag ochtend is de eerste dag van onze cursus. We hebben er zinnn in!

 Lekker met een Coronatje van het uitzicht genieten!

Ik zal nog een klein verslag geven over de laatste weken die we hier hebben doorgebracht.

We zijn 1 nachtje in Mission Beach gebleven, het was allemaal een rotzooitje hier door de cycloon die er overheen was geraasd. Daarna zijn we richting Innisfail gereden, een saai plaatsje met net zulk saai weer. Vervolgens zijn we de bergen in gegaan richting Atherton, hier hebben we ons wel een aantal dagen vermaakt. Hier hebben we een aantal watervallen bezocht en naar een enorm diepe natuurlijke krater geweest. Helemaal onderin de krater stond water (zo'n 60 meter naar beneden), natuurlijk is het dan dikke pret om er enorme stenen in te jonassen. Ook hebben we twee Figtrees bezocht (zoek maar op google: Curtain Figtree) Tegen het einde van de week zijn we via de bergen naar Port Douglas gereden. Een erg leuk plaatsje wat minder last heeft gehad van de cycloon. Na Port Douglas richting Cairns gegaan, over de Captain Cook highway, een super mooie weg langs de meest prachtige stranden en kliffen. Onderweg natuurlijk 10x gestopt om over het strand te slenteren. Uiteindelijk zijn we zo'n 20km van Cairns op een camping gaan staan. Vlakbij een meer genaamd Lake Placid. Hier heb ik nog wel een leuk verhaaltje over.

 Yeah!

 De aapjes in de Figtree


Glijden van de rots glijbaan


Het was een warme maandag middag, de zon scheen op ons bolletje en we hadden dan ook wel zin in een lekkere duik. Gelukkig was er een mooi meer achter de camping, nou ja meer een soort brede rivier met meerdere stroompjes die er op uit kwamen. Toen we aankwamen kwamen we een bord tegen, "'DANGER CROCODILES INHABIT THIS AREA, do not swim!" Het volgende informatie bord zei echter dat zwemmen in Lake Placid gewoon kon en dat het een swimming lake was. Wij waren een beetje in de war en besloten het iemand van de camping staff te vragen. Deze meneer vertelde ons echter dat je hier gewoon kon zwemmen omdat het water te koud was voor crocs. Dit stelde ons wel gerust en we besloten maar naar de overkant en terug te zwemmen. Op de terugweg stonden aan de waterkant een aantal mensen naar ons te staren. Toen we het water uit kwamen vroeg een vrouw aan ons waar we mee bezig waren en of we soms gek waren? Daarna waren er nog een paar die vroegen of we de croc gezien hadden? Het bleek dus dat er meerdere malen een krokodil was gezien van 3 meter lang. Die gewoon aan de oever van het meer lag. Hier konden we toch wel flink om lachen, vooral omdat we onderweg naar de overkant al grappen aan het maken waren over krokodillen die onder ons zwommen. Na dit hele avontuur nog een keertje het water in gegaan om wat actie foto's te maken, hehe.  (die houden jullie tegoed)




Nu zitten we in Cairns, we hebben ons al aangemeld voor de duikcursus en al een hostel opgezocht. Dus alles is al geregeld voor het komende weekje. Straks even het autootje schoonmaken en het laatste nachtje in een auto slapen. Wat vloog de tijd toch voorbij in Australië, ik denk dat de tijd nog wel wat sneller zal gaan voor de volgende 2 maanden.
Natuurlijk proberen we de komende weken ook foto's te uploaden van onze avonturen. Op Fiji zal dit alleen een beetje moeilijk worden.

Ik hoop dat jullie van onze verhalen genieten, we vinden het dan ook super leuk als jullie reacties plaatsen!

Kusjeeeees

zondag 17 april 2011

Sunshine, Moonlight, Good times

Allerliefste lezers,

Ons avontuur gaat verder, met waarschijnlijk nog meer leesplezier voor jullie en misschien zelfs wel wat leedvermaak. Op het moment dat ik dit typ zitten we in een hotelkamer met eigen badkamer, tv en airco. Dan vraag je je vast af  “waarom zitten die knapen in een hotelkamer, ze hebben toch een auto?” Het antwoord daarop bewaar ik natuurlijk voor later in het verhaal, je zult dus gewoon verder moeten lezen. Nee, niet naar beneden scrollen voor de plaatjes want dan speel je vals. Bij elk stukje verhaal hoort een plaatje. Na veel reacties op het kaal scheren van Stijn z’n bolletje is de eerste foto wel duidelijk. Daar gaan we dan;

 Het kale koppie van Stijn

We waren na een omweg weer in Rockhampton beland, een grappig stadje dat aan een grote rivier ligt. Daar zijn we op een camping gaan staan waar achteraf bleek dat ze niks overdekt hadden om eten te koken, wat niet echt lekker is wanneer je niet zeker bent van het weer. Toch maar een tafeltje neergezet in het gras en wat rijst opgezet. Ik zat al wat te grappen dat die gasfles bijna op zou zijn en we dan niks te eten hadden, natuurlijk was de gasfles een minuut later op. Gelukkig hadden we een aardige buurman waarbij we binnen in zijn huisje mochten koken, ik verbaas me er toch steeds weer over hoe aardig ze hier zijn. Het was een wonder dat het die avond en volgende ochtend droog bleef. Die ochtend scheen de zon zelfs weer lekker, dus snel al onze stinkende, onderhand beschimmelde kleding maar in de was gegooid. Toen maar lekker de stad in gegaan terwijl onze kleding aan de waslijn aan het wapperen was. Aangezien we geen nieuwe gasfles konden vinden en we onze buurman niet tot last wilde zijn hadden we maar wat steaks gekocht. Even wat rond gevraagd waar de dichtstbijzijnde bbq was en toen kregen we te horen dat dat aan de rivier was, maar dat het er wel heel erg crimineel was. Het was een echte “gang hide-out”. Natuurlijk gewoon er naartoe gegaan om ons biefstukje te grillen. De negers kwamen als bloedhonden op onze biefstuk afrennen en we moesten de steaks redden met messen. Grapje, het enige waar we bang voor waren waren de veel te fanatieke 50+ hardlopers, geen crips of bloods (Amerikaanse gangs).

De volgende dag was het nog steeds lekker weer, toen zijn we op een slakkentempo naar Mackay gereden. Voor de tweede keer. Dit keer was er echter bijna geen plaats op campings in de stad dus hadden we een camping buiten de stad gevonden. De volgende ochtend besloten we langs Pioneer Valley te gaan, hier had je vlak in de buurt een berggebied met een mooie rivier. Omdat dit een regenwater rivier was stroomde die echt heel erg hard, we konden dan ook niet ver komen met de auto omdat sommige bruggen waren ondergelopen. Dus onze slippertjes uit gedaan (we lopen nu al zo’n 6 weken alleen maar op slippers) en door het water gelopen. Het was een flinke wandeling naar boven, met veel regen maar het was het wel waard. Er liep een mooi pad door het regenwoud en langs de rivier. Ondertussen liep een hond (Boris genaamd) de hele weg met ons mee. In het begin was het nog wel leuk maar na een paar uur hadden we toch wel zoiets van “moet die hond niet eens naar huis?” Toen we weer beneden aankwamen vroeg een vrouw in een auto aan ons of wij die hond misschien wilden hebben, want zijn baasjes wilden hem niet echt. Uiteindelijk liep dat beest helemaal mee naar de auto en deed het wel pijn aan mijn hartje om hem achter te laten. Was wel echt een super leuk beest. Omdat we nog steeds in de buurt van Mackay waren kozen we er toch maar voor om er nog een laatste keer te blijven, dit keer weer op dezelfde camping als de eerste keer.

Booooooris
 
 De volgende dag zijn we op weg gegaan naar Airlie Beach, een klein plaatsje aan zee. Dat was echt een ontzettend leuk plekje, veel kleine pubs en winkeltjes. Mooie witte stranden met een heel mooi blauw gekleurde zee. Jammer dat je er niet echt kan zwemmen omdat er nare kwallen (Stingers) in het water zitten rond deze tijd. Je struikelde er onderhand over de backpackers, er zaten dan ook veel hostels en reisbureautjes voor trips naar The Whitsunday Islands. Dit is een groep eilandjes die vlakbij Airlie Beach liggen, veel backpackers doen hier een zeiltocht. Wij besloten dit echter niet te doen door het erg wisselende weer en toch ook wel door het prijskaartje wat er aan hangt. Bovendien zitten wij twee weken lang op de Yasawa’s, die erg lijken op The Whitsundays. Op een camping werd ons even verteld dat het de aankomende WEKEN nog erg slecht weer zou blijven rond Airlie Beach.

Lekker zwemmen..

Dat vonden wij toch niet zulk erg leuk nieuws en besloten we toch maar richting Bowen te rijden de volgende dag. Op de weg kwamen we een aantal leuke watervallen tegen. Helaas geen zwembroek bij ons dus daarom sprong ik er toch maar in mijn boxer in. Daarna met een lekkere natte broek in de auto gaan zitten om verder te rijden naar Bowen. Bowen is wel echt een mooie plaats, het centrum is een beetje saai maar ze hadden er echt super mooie stranden. Bovendien was het ondertussen lekker zonnig (zo’n 30 graden) en dat bleef de komende dagen ook zo. Dus ik weet niet precies waar dat meisje in Airlie Beach het vandaan haalde dat het de komende weken slecht weer bleef? In Bowen zijn we een aantal dagen gebleven om lekker aan het strand te liggen, te zwemmen en te snorkelen. Ja we zijn nu wel echt poepie bruin. Het snorkelen was echt heel erg gaaf, de eerste keer lukte het niet zo omdat het water nog te troebel was door de wind. Toen het water wat rustiger werd was het echt prachtig. Je zag grote stukken koraal in verschillende kleuren met echt heel veel vissen. Grote en kleine vissen. Stijn zag zelfs twee keer een enorme rog. Voor de rest nog Nemo visjes gezien, maanvissen en een soort kleine haaien. Echt bizar hoe je gewoon tussen een school met vissen kon zwemmen zonder dat ze echt hard voor je weg zwommen. We verheugen ons dan ook echt heel erg op de duikcursus.

En springen

Na Bowen zijn we richting Townsville gereden, daarvoor kwamen we eerst nog langs Ayr. Daar nog even een rondje gelopen op zoek naar wat prullen voor thuis maar daar was toch niet zoveel aan. Wat lijken die steden in Australië toch allemaal op elkaar zeg, het centrum is bijna altijd alleen maar één lange rechte straat met allemaal rotzooi winkels en speciaalzaken. Voor de rest zit er dan in elke stad wel een soort groot winkelcentrum waar je vaak ook dezelfde winkels tegen komt. Na Ayr zijn we doorgereden naar Townsville, een grote stad tussen de bergen en aan zee. Hier op een leuke camping gaan staan met zwembad, wat wel lekker is met die hitte. Die dag eigenlijk niet veel meer gedaan dan in het zwembad liggen en salto’s oefenen, moet toch ook wel een keer kunnen hé. De volgende dag het centrum gegaan en ja hoor, het was weer een lange rechte straat met kut winkels. Na deze dag in de sauna waren al onze poriën weer helemaal gereinigd en waren we blij toen we het zwembad weer in konden springen. We hebben nu trouwens wel echt erg lekker bier, Toohey’s Extra Dry. Daar gaan er wel een paar van in na zo’n lange dag. Hiervoor hadden we een krat Gold, dat was wat minder lekker. Ik zal ophouden over bier. Als eerst hadden we trouwens Corona, natuurlijk ook heerlijk. Sorry, ik ga verder.


Na een lekker ontbijtje met een glaasje appelsap zijn we op weg gegaan naar een National Park 60km ten noorden van Townsville. Hier had je een aantal watervallen en rivieren waar je erg lekker in kon zwemmen. Hier hebben we ons dan ook echt een paar uur zeer vermaakt met zwemmen, klauteren en springen. Niks gevaarlijks natuurlijk. Na een broodje besloten we om weer verder naar boven te rijden voor nog wat plekken om te zwemmen in het koude bergwater maar erg ver kwamen we niet. Na zo’n 10 minuten rijden begon de auto toch wel erg rare geluiden te maken, hij maakte namelijk al wat rare geluiden bij scherpe bochten maar dat leek ons niks bijzonders. Bij elke bocht die we namen (het was een soort bochtenweg door de bergen) begon het geluid steeds erger te worden. Op een begeven moment hadden we toch wel zoiets van ja we moeten die maatschappij toch maar gaan bellen. Maar deze jongens hadden er niet over na gedacht dat we boven op een berg zitten, oftewel geen bereik. We konden toen eigenlijk niks anders dan toch maar omdraaien en weer terug te gaan. Toen we na veel gekraak en gepiep weer halverwege de berg waren konden we de telefoon van iemand gebruiken. Deze deed het wel maar de telefoniste van de maatschappij kon Stijn niet horen, dus dat ging ook niet werken. We konden toen eigenlijk niet veel anders dan heel zacht toch maar verder naar beneden te rijden tot ons signaal sterk genoeg was. Na een helse tocht met de muziek keihard aan kwamen we uiteindelijk toch weer beneden. Totdat we een flauwe bocht naar links gingen maken (ja hier zit je op te wachten hé? is het spannend?). We dachten eindelijk dat het een beetje afgelopen was en we rustig naar een camping of iets dergelijks konden rijden. Maar toen hoorden we een harde klap rechts voor, duidelijk een lekke band dacht ik. We doken met de voorkant gelijk naar beneden en je kon het metaal hard over het asfalt horen schrapen. Stijn stapte gelijk uit en ging kijken wat er aan de hand was, ik probeerde naar boven te halen hoe je ook alweer een band moest wisselen (eerst de bouten losdraaien, dan omhoog krikken) maar dat bleek toch niet echt nodig. De ophanging van het wiel was namelijk afgebroken en het wiel stond in een hoek van 90 graden. Na flink wat schelden en lachen besloten we maar naar een huis dat iets verderop stond te lopen. Ik zag dat er nog een bout op de weg lag en die wilde ik even onder de auto leggen. Dat bleek de meest mongoolse beslissing die ik kon maken aangezien die bout wel 1000 graden was. Na flink wat schreeuwen en dansen bleek toch wel dat de blaren op mijn vingers stonden. Maar na flink wat water eroverheen ging het wel wat beter. Toen we bij het huis aankwamen stond er een groot bord met “guard dogs on duty” maar die honden namen hun duty toch niet zo serieus aangezien we gewoon naar binnen konden lopen. Hier mochten we even met de road side assistence bellen en pas na een uur hadden ze precies door wat er aan de hand was en wat we nodig hadden. Volgens mij zijn die personen die daar bij die helpdesk zitten toch niet helemaal 100%, het kostte zelfs moeite om ze ervan te overtuigen dat niet het stuurwiel was afgebroken maar het wiel. Daarna kwam de vraag of we niet gewoon het wiel konden wisselen, ja een afgebroken wiel wisselen heeft veel zin. Uiteindelijk begrepen ze het toch allemaal en na een uitleg waar het gevaren licht zat stuurden ze toch een tow-truck. Daarna was het maar wachten. Een lekker warm biertje erbij en maar lekker op een bankje zitten. Stijn had nog even de situatie na geschetst op mijn rug en na zo’n 3 uur wachten kwam er eindelijk een sleepwagen aan. Met een chagrijnige gast erin, hij mocht vast bijna naar huis en wij hadden dat voor hem verpest denk ik. Met de auto achterop zijn we naar Ingham gereden, toch wel de meest verschrikkelijke plaats om te stranden. Wat verschrikkelijk saai zeg. Die nacht heerlijk geslapen in een budget hotel en de volgende dag vroeg naar de garage gegaan.

Deze foto brengt het hele verhaal toch wel in beeld.
De prachtige schets van Stijn
 
Die volgende dag zijn we vroeg naar de garage gegaan om alles regelen. Na zo’n 6 uur wachten en rondjes lopen door de stad wisten we eindelijk wat meer. We hadden voor zo’n 3000 dollar aan de auto gesloopt en het leek er eventjes op dat we dat zelf moesten gaan betalen. Ze hadden een tijdje geleden namelijk ook 2 reizigers die hun auto gesloopt hadden en die moesten het hele bedrag zelf betalen omdat zij uiteindelijk toch verantwoordelijk waren. Dat waren we dus zeker niet van plan! Gelukkig waren de mensen van die garage erg aardig en wilden ons wel helpen om alles goed uit te leggen aan de verzekeringsmaatschappij. Een aardige vrouw genaamd BJ (waar was dit de afkorting ook alweer voor?)  heeft ons echt heel erg geholpen en een mooi verhaal voor ons opgehangen waardoor wij uiteindelijk een vervangende auto zouden krijgen. Niet zomaar een auto, een campertje! Bovendien krijgen we het geld van de hotelnachten en de dagen dat we de auto niet hadden terug! De volgende dag werd de auto al omgeruild voor het campertje en konden we alweer op weg. Dus dat is uiteindelijk allemaal heel goed afgelopen en nu kunnen we heerlijk slapen op een soort van matras i.p.v. lekke matjes. Er zit zelfs een koelkastje en kookgedeelte in, heerlijk! Diezelfde dag zijn we al meteen op weg gegaan naar waar we vandaan kwamen. We wilden namelijk die dingen nog wel zien!

Jaaaa, daar is het dikkelippen busje!

Ondertussen zitten we in de buurt van Mission Beach, het is hier nog steeds een enorme ravage van de cycloon die ze onlangs hebben gehad. Veel huizen zijn beschadigd en heel veel bomen zijn omgewaaid. We gaan nu een stukje door de bergen heen en bij alle watervallen kijken. We zitten nu lekker op een lounge bank in een internetcafé met airco, buiten zijn de wolken wel erg donker zeg.

We hebben de camper nog maar 10 dagen! Daarna hebben we de duikcursus, we hebben er echt al super veel zin in.

Tot snel schatjes xx 

Wel blijven reageren he! Dat vinden wij erg leuk ;-)






maandag 4 april 2011

Surfing (the rain)


Onze meest trouwe volgers,

Jullie lopen nu vast nog steeds in warme jassen over straat. Maak ik jullie dan erg jaloers als ik zeg dat het hier tegen de 30 graden is en wij niet veel meer doen dan de hele dag lekker in de zon liggen en surfen? Vast niet. Ja we kunnen er nu toch wel erg van genieten. De eerste weken hadden we toch wel regelmatig last van slecht weer en dat is niet zo leuk in een land waar alles gebaseerd is op goed weer. Ondertussen zijn wij toch wel een aantal tinten bruiner geworden (ook een aantal rode tinten maar dat hoort erbij zullen we maar zeggen ;-) . Ja de zon is hier toch wel heel anders dan in Nederland, heel erg intens en heet. Na goed smeren is er toch een keer geweest waarbij de zon ons wel verrast heeft. Ondertussen zijn mijn schouders alweer vervelt en kan ik weer opnieuw beginnen, mooie witte plekken weer. Gelukkig nog 3 maanden om als een neger terug te komen!


Deze is voor Steven!

Maar goed, we waren bij Byron Bay gebleven. De plaats waar de hippies uit de grond groeien, was wel geinig om rond te lopen maar jammer genoeg was de weersverwachting voor de komende dagen heel slecht. Er stonden ook een aantal Zweedse gasten naast ons op de camping, ze hadden nog maar een paar dagen in Australië en moesten van hun surfboard af, nou die nemen wij graag in ontvangst hoor! 30$ voor een prima surfboard, hoppa. We zijn die ochtend (toen ik het laatste verhaal had geupload) verder omhoog gereden en onderweg begon het al aardig te regenen. Vanaf dit punt wordt het een beetje moeilijk en ik zit op dit moment dan ook te discussiëren met Stijn waar we ook alweer heen gereden waren. Het is dan ook alweer meer dan een week geleden en het is een beetje moeilijk voor de geest te halen. Vooral de volgorde van dingen is heel moeilijk te herinneren. Maar ik weet wel dat we toen naar een plaatsje langs de kust gereden waren, Pottsville was de naam. Hier hadden ze de jaarlijkse surf-week. Hier dachten wij ook even onze surf kunsten te laten zien maar het is er niet van gekomen. Jammer voor ze dat het daar de hele week al kut weer was, ook toen we aankwamen. Eerst dachten we dat het nog wel mee zou vallen en hadden we onze tentjes maar onder een boom opgezet. Een uurtje later kwam de regen met bakken uit de lucht, natuurlijk lagen onze slaapzakken en matjes er al in. Na het eten, wat echt verschrikkelijk lekker was, waren al onze spullen zeik en zeik nat. Ondertussen regende het nog steeds zo hard dat we eigenlijk niks anders konden dan toch maar de hele zooi te gaan verbouwen om in te auto te kunnen slapen. Toen dat eindelijk gebeurd was en we in onze natte slaapzakken in de auto lagen kwam het volgende probleem, namelijk dat het heel snel benauwd wordt in de auto als er geen ramen of iets dergelijks open staan. De oplossing was om de achterklep een stukje open te houden met een deo fles ertussen, zodat er wel gewoon frisse lucht binnen kwam. Maar als er 1 ding tegen zit dan zit ook echt alles tegen, want het stikt van de muggen in Australië. Maar uiteraaaaard lag het anti-muggenspul  nog in de tent en het goot nog steeds buiten. Na steen papier schaar was ik de lul om die zooi te gaan pakken. Gelukkig had ik een droge slaapzak om lekker in te gaan liggen. Dat was even een leuk voorbeeldje van hoe kut het allemaal is als het hier regent ;).

 
Wat staat daar op de achterbank?
                                           


De volgende dag zijn we maar weer op weg gegaan want het was nog steeeeeeeds rot weer. (Daar hoeven jullie dus niet jaloers op te zijn). The Pacific Highway bracht ons langs de Gold Coast, het Miami van Australië. Hier had je honderden flats langs de kust staan. Was niet echt wat voor ons, bovendien regende het keihard dus zijn we maar gewoon door gereden. Wel wat foto’s van uit de auto geschoten. Hierna kwamen we langs Brisbane, één van de grotere steden van Australië, op zich wilde ik hier wel even kijken maar ik was even vergeten dat het zondag was.. Verder leek het erg op Melbourne dus ik denk niet dat we veel gemist hebben eigenlijk. Bovendien komen we er nog een keertje als we een tussenstop maken met onze vlucht naar Auckland. Na een broodje langs de kant van de weg zijn we richting Noosa gereden. Noosa zag er echt super leuk uit! Vooral het strand zag er erg leuk uit, het was een soort berg gebied met heel veel groen. Je moet het maar even goochelen, het is een beetje lastig uit te leggen (zoek maar op Noosa Heads). We zijn net iets buiten Noosa op een camping gaan staan, echt een relaxte camping! Lag echt aan het strand (met lifeguard) en aan de andere kant een aardig grote winkelstraat, inclusief een Domino’s Pizza! De eerste avond hebben we daar uiteraard een pizza gegeten, al was deze lang niet zo lekker als de onze ;). Ze hadden er wel een ongelofelijk dikke manager, hehe.

Jaaa, wij zijn blij met het avond eten!

De volgende dag zijn we eigenlijk alleen maar op het strand geweest, het was nog wel bewolkt maar het werd beter. Gelukkig maakt het weer niet echt veel uit als je wilt surfen, je wordt toch wel nat. Ik moet toch wel zeggen dat het heel wat makkelijker lijkt dan het is. Als ik eerlijk ben is het me nog niet gelukt om er langer dan 3 seconden op te staan, hehe. Na 3 dagen surfen en waterpret waren we toch wel aardig verkleurd, ik zeg er niet bij welke kleur.
Ja dat waren een paar leuke dagen daar, super lekker weer en een leuke camping! Bovendien hadden ze in die winkelstraat ook wifi, dus daar konden we met de laptop op de stoep gaan zitten om wat mailtjes te tikken.

Zelfs boven op een berg chillen wij nog..

Na de heerlijke dagen in Noosa zijn we op weg gegaan naar Rainbow Beach, om vanaf hier Fraser Island te gaan verkennen. Zoek Fraser Island maar even op op wikipedia, anders moet ik weer gaan vertellen dat het het grootste zandeiland ter wereld is, het één van de grootste stranden ter wereld heeft en het één van de weinige plaatsen op de wereld is waar tropisch regenwoud uit zand groeit. Daarom staat het ook op de wereld erfgoed lijst. Shit nu heb ik het toch gezegd. Er valt in ieder geval nog veel meer over te lezen! We hebben er toch maar voor gekozen om de 1 dag trip te toen, we konden er ook voor kiezen om met een kleinere groep te gaan en dan met jeeps te rijden maar dit was toch wel een stuk duurder en we zouden zelf niet eens mogen rijden (omdat je er 21 voor moet zijn). Maar onze georganiseerde tour was echt geweldig, wat een prachtig eiland zeg! We werden om half 8 opgepikt en daarna hebben we nog een paar mensen opgehaald. We zijn toen naar het strand gereden en met een veerboot naar het meest zuidelijke strand van Fraser Island gevaren. Vanaf hier met die (ja hoe noem je het) soort vrachtwagen/jeep over dat enorme strand aan de oostkant van het eiland gereden. We hebben toen eerst even wat gedronken bij het enige grote hotel op het eiland (best een monopolie positie voor dat hotel volgens mij). Na een glas heerlijk sinaasappelsap zijn we verder omhoog gereden naar een Scheepswrak wat er al 50 jaar ligt geloof ik, ik zat niet echt op te letten. De Mahene heette het geloof ik, je hoort het al, dat was niet zo heel interessant. Toen zijn we naar een riviertje gereden genaamd Eli Creek, dit was wel echt leuk. Dat was super helder (en koud) water wat van hogere delen van het eiland kwam en waar je heerlijk in kon zwemmen en je mee kon laten voeren. Jammer dat het allemaal zo toeristisch is, er stonden wel 4 bussen en 10 jeeps. Daarna met onze natte kont in de bus om weer terug te rijden naar het hotel voor een lekkere lunch. Was een lekker buffet, dit was bij de prijs inbegrepen dus we konden ons helemaal vol proppen! Pasta, rijst, kip, salade en fruit.. lekker lekker. Na de lunch gingen we via de meest onbegaanbare wegen richting het midden van het eiland, naar het oude dorp/treinstation. Hier werkten en leefden vroeger de houthakkers die de kostbare bomen van Fraser Eiland omhakten. Niet echt veel bijzonders aangezien er niks van over was en ze alleen maar wat van die informatie borden voor toeristen hadden. Daar vlakbij stroomde ook weer een riviertje, het grappige was dat je hem bijna niet kon zien of horen. Het was zulk helder water dat je alleen maar het onderliggende zand zag en door het zand kan je het water ook niet horen ‘kabbelen’. Daarna gingen we (eindelijk) naar Lake Mckenzie! Het meest gefotografeerde meer van de wereld, wat was dat mooi zeg! Het was super helder water, dit komt doordat het alleen maar regenwater is. Er komt geen water op een andere manier bij en er gaat ook geen water op een andere manier dan evaporatie weg. Het was heerlijk warm water en het zand was ongelofelijk schoon, zacht en wit! Ik heb uiteraard m’n hele lichaam ermee ingesmeerd (het schijnt goed voor de huid te zijn), mijn tanden ermee gepoetst en mijn juwelen ermee gepolijst (dat kon blijkbaar ook). Na heerlijk te hebben gebadderd en gekeken te hebben hoever we kunnen zinken was het toch wel weer tijd om naar de bus te gaan. Uiteraard moesten we weer rennen omdat we bijna te laat waren. Na een “Bumpy Ride”, zoals de chauffeur/gids het noemde kwamen we weer aan op het strand. Via het strand weer naar het zuidelijke strand gereden om weer met de pond over te steken. De buschauffeur moest nog even stoppen op het strand omdat Stijn weer zo nodig moest urineren terwijl iedereen foto’s van hem nam, doet ook alles voor aandacht die jongen. Om half 6 waren we weer terug bij de camping en konden we weer aanschuiven voor een lekkere hap eten. Oh nee, natuurlijk eerst nog eten kopen en de hele zooi nog koken. Dat is toch allemaal wel heel anders hoor, je moet echt overal (maar dan ook overal) zelf voor zorgen en alles zelf plannen en regelen. Maar toch eten we echt erg goed. We eten veel pasta, rijst en steak (wat hier erg goedkoop is en lekker simpel met overal bbq’s).

  Lekker badderen in Lake McKenzie!

 Doen wij nog iets anders dan badderen?     
 Lekker badderen in Eli Creek

De volgende dag zijn we weer een stukje omhoog gereden, naar Agnes Water en Town of 1770. Echt leuke plaatsjes, ze liggen ongeveer 10km bij elkaar vandaan en zijn alle 2 erg sfeervol en gezellig. Een leuke camping gevonden en de beide dorpjes verkent. Het was zondag dus er was niet heel veel activiteit, dat was ook de dag dat ik het bovenste deel van dit verhaal heb getypt. Ik heb eigenlijk al op 4 verschillende plaatsen aan dit stukje blog gewerkt :P is een beetje verwarrend. Maar goed, de volgende dag zijn we weer even het dorpje in gegaan om wat dingen te regelen voor ons “op een onbewoond eiland” avontuur. We hadden de laatste vlucht de volgende dag om half 2. Nog maar even wat inkopen gedaan voor de volgende dag en de dag was eigenlijk zo weer om.

Nadat we alles weer ingepakt hadden zijn we naar het dorpje gereden, het was nog wat te vroeg dus we besloten om nog maar wat rond te kijken in de buurt. Ze hadden bij Town of 1770 prachtige kliffen dus daar hebben we nog maar even een stukje gelopen en wat foto’s gemaakt. Toen was het toch wel tijd om opgepikt te worden en zijn we weer terug gereden naar Agnes Water. De piloot stond al op ons te wachten en we konden zo instappen (in de auto dan hé). Er vloog nog een Zweeds meisje met ons mee, het was dan ook maar een klein vliegtuigje voor 4 personen. De piloot was een man van een jaar of 50 – 60. Hij droeg een vies piloten overhemd, een korte broek, een zonnebril en een gare pet. Een compleet losgeslagen maar toch wel super aardige man. Op de weg naar het vliegveld begonnen de rare verhalen al, dat hij nog maar 6 maanden vloog en dat hij alleen nog maar wat moeite had met landen. Het Zweedse meisje begon toen al een beetje te zweten. Daarna kwamen de verhalen dat hij in z’n jeugd per dag zo’n 50 kangoeroes dood schoot om het land van zijn ouders te beschermen en nog meer bizarre verhalen. Ondertussen merkten Stijn en ik dat we een soort woonwijk in waren gereden, rare plaats voor een vliegveld dachten wij. Daarna reed hij over een soort hobbelweg dwars door de bosjes en kwamen we uit op een groot grasveld waar een heel klein vliegtuigje geparkeerd stond. Wij kwamen al niet meer bij van het lachen over hoe bizar dit allemaal was. Stijn en ik op de achterbank en het meisje voorin, haar werd gelijk al een kotszakje aangereikt. Ook begon hij een verhaal over een filmpje dat op youtube stond wat gefilmd was bij hem in het vliegtuig. Een meisje dat achterin het vliegtuig zat werd nogal misselijk en moest overgeven. Dit natuurlijk allemaal netjes in het kotszakje dus er was eigenlijk nog niks aan de hand. Tot die piloot het vliegtuig naar beneden liet duiken en er dus voor even geen zwaartekracht meer was, (je raad het al) de kots kwam allemaal omhoog uit het zakje en ze kreeg het vol in haar eigen gezicht. Met dit beeld in ons achterhoofd stegen we op (na wat leuke grappen van de piloot natuurlijk) en vlogen we voor even rustig. Toen we 5 minuten in de lucht waren maakte de piloot een foto van uit voorin, zodat we er met z’n vieren op zouden staan. Dit werd een erg grappige foto omdat hij op het moment van de foto het vliegtuig stijl naar beneden liet duiken. Na een kwartier lang van dit soort grappen konden Stijn en ik nog steeds wel lachen maar mijn maag lachte toch niet zo hard meer mee. Gelukkig kon hij toch wel normaal landen op het strand en hadden we onderweg toch wel een super mooi uitzicht. Na een beetje uitzieken van de vlucht en na een uitleg over wat allemaal wel en niet kon werden we alleen achtergelaten. We zaten er met 4 Denen, 2 jongens en 2 meisjes, echt leuke gasten. Ook waren er nog twee Zweedse jongens en zaten we in totaal met 9 man. Na een potje voetballen hadden we een lekkere stoofpot om te eten, was erg smakelijk. Na het eten een super leuke avond/nacht gehad, wat waren die Denen toch grappig zeg.

Did you bring a guitar?

Na een verschrikkelijke nacht compleet met keiharde regen, lekke luchtbedden en knagende muizen in de tent waren we toch wel aardig brak toen we wakker werden. Na een lekker ontbijt van door muizen aangevreten brood (ze hadden zelfs aan de tas van Stijn geknaagd) zijn we maar op zoek gegaan naar oesters. Deze groeiden tegen de rotsen en kon je open breken bij laagtij (in de ochtend). Toch niet echt lekker op een nuchtere maag. Na wat pogingen om vis te vangen zijn we maar terug gegaan naar het kamp voor wat grappige groepsfoto’s. Na een wandeling over het eiland was het toch alweer tijd om in het vliegtuig te stappen (oh oh). Na alle soorten G krachten te hebben gevoeld zijn we toch weer veilig geland en werden we weer afgezet in het dorpje. Vanaf toen begon het dan ook weer te regenen, wat alles toch wel een beetje kut maakt. We besloten toen maar om wat verder te rijden aangezien het nog een paar dagen zou blijven regenen. We zijn toen richting Mackay gereden, toen we aankwamen begon het alweer donker te worden, snel maar even wat boodschappen gedaan en een camping opgezocht. Door de constante regen waren bijna alle wegen die richting Cairns gaan of gesloten of zwaar beschadigd. We konden daardoor niet echt veel doen dan een andere richting op rijden.

  Aangezien de chinezen geen foto's kunnen maken, dan maar alleen op de foto ;)


Omdat we toch nog 3 weken de auto hebben en het nog maar een klein stukje rijden is tot Cairns zijn we maar wat landinwaarts gereden, richting een plaatsje genaamd Emerald. Rond Emerald heb je de grootste gemfields van Australië, plekken waar je edelstenen kunt zoeken. Dit leek ons toch wel leuk en het weer was wat beter in die richting. In Emerald hebben we overnacht en zijn de volgende dag naar een informatie centrum gegaan. Hier hebben we stapels met kaarten en folders gekregen en er was genoeg te doen in de buurt. 40km ten westen van Emerald had je een paar plaatsjes waar je heel veel mijnen en rivieren hebt om edelstenen en mineralen te zoeken. Daar zitten we dan ook nu op dit moment. Een super mooie camping op een heuvel midden in het bos, echt de beste camping die we tot nu toe gezien hebben. Alleen internet ontbreekt nog. Vandaag zijn we naar een bedrijfje gegaan waar je volle emmers met stenen kon kopen (die recht uit de mijn kwamen). Die mocht je dan zelf zeven en schoon maken om er de glimmende steentjes uit te halen. We hadden er toch wel een hoop, waaronder ook een saffier die zo’n 130 dollar waard is. Joehoe! Morgen gaan we waarschijnlijk even op een lokale markt kijken, daarna zien we wel wat we doen. Hangt een beetje van het weer af ;).

Ondertussen zitten we weer in Rockhamton, hier waren we al een keer doorheen gereden  maar door onze inlandse route zijn we toch weer een stukje terug gereden (niet echt 100% bedoeld maar dat maakt niet uit). We hebben nog maar 3 en een halve week over met de auto, wat gaat de tijd toch snel zeg!

Oja voor ik het vergeet, Stijn smeert elke dag alle broodjes. Erkenning hiervoor Stijn.
Stijn is trouwens wel heel makkelijk aan te sporen tot dingen, we hebben z’n kop scheermes kaal geschoren :P hahahah, prachtig.

Kusjes van jullie lieve boys xx


Did you bring a guitar?